Kwaliteitsmanagement van het informatiesysteem

Voor het waarborgen van de kwaliteit van het informatiesysteem, werken de Chief Quality Officer(CQO) en de Chief Technical Officer (CTO) veel samen. Voor het zorgen van goede informatie die het informatiesysteem ingaan is de CQO verantwoordelijk en de CTO is verantwoordelijk voor het goed onderhouden van het ERP-systeem, waar de informatie in verwerkt wordt.

 

Doordat het bedrijf voor 1 ERP-systeem heeft gekozen waar alle informatie in verwerkt wordt, zorgt dit gelijk voor een verkleining van het risico dat gegevens verloren gaan. Dit maakt het kwaliteitsmanagement van het informatiesysteem gelijk een stuk overzichtelijker. Verder worden de gegevens ingevoerd en dan nog door een ander gecontroleerd, voordat de gegevens worden opgeslagen. Dit om eventuele typfouten gelijk eruit te halen.

 

Door de AVG die in mei is ingegaan, vindt SuperDroog het belangrijk dat alle gegevens op 1 punt staan. Zo kunnen alle gegevens van een klant gelijk verwijderd worden, als de klant hierom vraagt. Ook zorgt de CQO ervoor dat de gegevens overzichtelijk blijven en dat doordat de klant de gegevens ook op kan vragen, deze professioneel blijven. De CTO zorgt ervoor met betrekking op de AVG, dat de gegevens beschermd worden tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging.

 

De CTO en de CFO zorgen samen ook voor de beheersmaatregelen van het informatiesysteem. Deze beheersmaatregelen worden onderscheiden in: General Computing Controls en Application Controls.

General Computing Controls zijn de maatregelen die algemeen van aard zijn. Zoals een gebruikersnaam en een bijbehorend wachtwoord. Zo kan besloten worden wie bij welke gegevens kan. Application Controls zijn maatregelen die bij een bepaalde applicatie binnen het systeem horen. Dit zijn bijvoorbeeld maatregelen als de datum van levering eerder is dan de datum van bestellen. Met deze controls wordt het systeem van zichzelf al een stuk betrouwbaarder.

 

Het kwaliteitsmanagement van het systeem zal ervoor zorgen dat het informatiesysteem voldoet aan de volgende punten:

 

  1. Gegevens zijn juist, volledig en tijdig beschikbaar.
  2. De gegevens in het systeem zijn in overeenstemming met de werkelijkheid.
  3. Het systeem laat zich gemakkelijk aanpassen aan veranderende externe omstandigheden.
  4. Juistheid van de werking vaststellen. Gaan de gebruikers op de juiste wijze om met het systeem.
  5. Maatregelen nemen om bedreigingen voor het systeem te ondervangen. (Bijvoorbeeld brand, storingen, hackers, foute invoer)
  6. Afschermen van gegevens tegen onbevoegd gebruik.
  7. Is het systeem relatief eenvoudig aan nieuwe eisen aan te passen. Gedeeltelijk herprogrammeren, corrigeren van fouten. Vastleggen in procedures.
  8. Gemakkelijk in gebruik, inzichtelijk en begrijpelijk.